Na terugkeer in zijn geboortedorp ging hij opnieuw in de kolenmijn ging werken. Als vrijetijdsbesteding richtte hij de Grupa Janowska op, een mijnwerkersgenootschap van een tiental zeer getalenteerde amateur kunstschilders, allen woonachtig in de wijk Nikiszowiec. De groep veroverde in de loop der jaren met kunstenaars als Teofil Ociepka, Erwin Sówka, Ewald Gawlik en Eugeniusz Bak een toppositie in de niet-professionele Poolse schilderkunst.
Wróbel schildert het Silezische landschap met zijn hoge mijntorens, rokende schoorstenen, kegelvormige slakkenbergen en kolentreinen, de arbeid in de kolenmijn en het sociale en culturele leven met zijn feesten, trouwpartijen en begrafenissen. Zijn afbeeldingen staan in hun vrolijke kleurenrijkheid en intensiteit in schril contract met de grauwe werkelijkheid van het mijnwerkersbestaan.